Pinksteren/Η Πεντηκοστή
(Theofánis de Kretenzer, I.M. Stavronikíta, 1546)
Handelingen 2, 1-41
Tijdens het Pinksterfeest (Grieks: Η Πεντηκοστή/I Pentikostí) wordt herdacht dat de Heilige Geest, de derde Persoon van de Allerheiligste Drie-eenheid, neerdaalde uit de hemel op de apostelen en andere aanwezige gelovigen. Na Jezus' dood op Goede Vrijdag en zijn verrijzenis op Pasen hadden de leerlingen van Jezus nog veertig dagen lang de steun van zijn aanwezigheid gehad waarbij hij hen nog eens uitlegde wat de betekenis was van alles wat hij gedaan had tijdens zijn openbare optreden. Op de veertigste dag van Pasen (let op: niet de veertigste dag na Pasen) werden de leerlingen door Jezus' Hemelvaart alleen achtergelaten. Wel had hij beloofd dat hij de Geest van God, de Heilige Geest zou sturen die hen geestelijk verder zou leiden en hen de kracht zou geven om getuigen van het evangelie te zijn. Op de vijftigste dag van Pasen, tien dagen na Hemelvaart, kwam de beloofde Heilige Geest dan ook over de discipelen.