Onlangs zag mr. Jaques Jetten een lang gekoesterde wens in vervulling gaan: een bezoek aan de Heilige Berg Athos. Daags na thuiskomst publiceerde hij daarover de volgende, eerste, impressie:
Een unieke ervaring rijker stapte ik vorige week van de veerboot in Ouranoupolis, die ons van Athos weer op Griekse bodem zette. Athos is een monnikenrepubliek in het noordoosten van Griekenland, gelegen op een streng afgesloten bergachtig schiereiland. Het gebied is 335,637 km² groot wordt officieel Heilige Berg genoemd. De berg Athos is 2030 m hoog en in de winter bedekt met sneeuw. Als Autonome Monastieke Staat van de Heilige Berg heeft Athos een zelfstandige status binnen Griekenland. Er wordt alleen rechtstreeks verantwoording afgelegd aan de patriarch van Konstantinopel (Istanboel). Alle bezoekers moeten beschikken over een speciaal vierdaags visum, dat via het Athos Consulaat in Thessaloniki kan worden aangevraagd en als diamonitirion voor 30 euro moet worden afgehaald in het Athosbureau in Ouranoupolis. Per dag worden 10 niet-orthodoxe bezoekers en ongeveer 100 orthodoxe pelgrims toegelaten. Vrouwen zijn absoluut taboe, die zijn al meer dan 1000 jaar niet welkom op Athos. De enige vrouw op Athos is de Heilige Maagd.
Wij hebben het visum een halfjaar geleden aangevraagd en als motief voor onze komst cultureel-wetenschappelijk onderzoek opgegeven. Ons gezelschap bestond uit een landschapsachitect, een architect, een filosoof-theoloog en zelf ging ik als historicus. Wij waren zo gelukkig om in drie kloosters als gast te mogen overnachten: Agiou Pavlou (Heilige Paulus), Dionysiou en Simonos Pétras. Het was nog een hele toer om dat te regelen, maar het logies was gratis. Er bevinden zich op Athos 20 kloosters en talloze kluizenaarsbehuizingen, sketes genoemd die soms steil tegen de berg zijn opgericht. Er zijn ongeveer 1800 monniken, die de dag doorbrengen in urenlange kerkdiensten en in arbeid, zoals werken op het land, schilderen van ikonen, onderhoud van de kloostergebouwen en studie van de kerkvaders.