Woord vooraf

Een blog over de Agion Oros (Athos), de Tuin van de Moeder Gods, het spirituele centrum van het oosters-orthodoxe christendom.
En dus ook over kloosters, pelgrimeren en ikonen. (Tekst in geel bevat een link)
Wilt u op de hoogte blijven van nieuwe blogs? Abonneer u onderaan deze pagina.

zondag 26 december 2010

15 - THEOFÁNIS DE KRETENZER EN ATHOS, EEN SCHILDER-MONNIK OP DE AGION OROS

I.M. Stavronikíta
Vroeg in de ochtend, op de grens van donker en licht, sta ik in het katholikon van het Athosklooster Stavronikíta. De monniken lezen en zingen de metten en de lucht ruikt naar wierook. Ik ben omgeven door het werk van de grote agiograaf/ikoonschilder Theofánis Strelítzas (ook wel: Bathás), beter bekend als Theofánis de Kretenzer. Het is imponerend en rustgevend tegelijk.


Op de muren van de kerk is geen plekje blanco: heiligen, bijbelverhalen, Patriarch Ieremías I die Theofánis uitnodigde zijn kerk te verfraaien (1545). Iedere vierkante centimeter is onderdeel van een muurschildering. Ikonen van de hand van Theofánis zijn er ook. Op de ikonostasis alleen al zo’n achttien.

Bovendien hangt schuin tegenover mij, tegen een grote pilaar, mijn favoriete ikoon van de Moeder Gods met Kind (Odigítria, Zij die de weg wijst). Het is de originele versie (neem ik aan) van de hand Theofánis, die mijn favoriete ikoonschrijver/schilder is. Samen met een zoon werkte hij gedurende de jaren 1545-1546 aan de muurschilderingen in de kerk en de trápeza (eetzaal) van het klooster. Helaas is een groot gedeelte hiervan verloren gegaan.

De ikonostasis dateert ook uit genoemde periode. Geleerden zijn daarom van oordeel dat de Odigitria-ikoon ook uit die tijd stamt en ook van Theofánis’ hand is. Thuis heb ik een kleine versie van de hand van ikoonschilder Jan Verdonk, van dierbaren gekregen voor mijn vijftigste verjaardag.
Theofánis de Kretenzer wordt algemeen erkend als de toonaangevende figuur in de muur- en ikoonschilderkunst van de zestiende eeuw en zeker ook als de belangrijkste en invloedrijkste vertegenwoordiger van de Kretenzische School. In dit artikel wil ik vooral aandacht geven aan Theofánis activiteiten als ikoonschilder. Ik zoek daarbij een antwoord op vragen als: wat is er bekend over zijn ikonen en waar zijn die te zien. Ook op de vraag of het belangrijk is dat we namen en jaartallen zo precies weten, probeer ik een antwoord te vinden.

I.M. Stavronikíta, trápeza

Theofánis’ leven en werk
Ondanks zijn erkende meesterschap is er weinig over Theofánis bekend. Hij werd -voor 1500- geboren in Candia (Iraklion), Kreta. Dat Griekse eiland was in die tijd het belangrijkste centrum van de productie en verspreiding van ikonen. Al zijn bekende werk (muurschilderingen) is echter te vinden op het vasteland van Griekenland, met name in de kloosters van Metéora en Athos. Dat werk kan gedateerd worden in de periode 1527-1546.


Over zijn persoonlijke leven weten we echter nauwelijks iets. Feitelijk alleen dat hij twee zoons had, Symeón en Neófytos, uit een huwelijk waarover niets bekend is, en dat hij in 1527 monnik wordt genoemd. In die tijd moet hij ook agiograaf geworden zijn. 
I.M. Megístis Lávras
Verder lijkt het wel duidelijk dat Theofánis (en zijn zoons) in 1535 inmiddels monnik van het klooster Megístis Lávras op Athos zijn. Hij schilderde en signeerde er de muurschilderingen van het katholikon in dat jaar. De meningen van de wetenschappers zijn verdeeld over zijn activiteiten in de trápeza. De Megístis Lávras-archieven vermelden nog dat hij in 1536 een káthisma voor hemzelf en zijn zoons verwierf en dat hij in 1540 een stuk land kocht. Dat hij midden jaren veertig in het Stavronikítaklooster werkte weten we uit de kloosterverslagen van die tijd. Zijn zoon Symeón wordt daarin als zijn assistent vermeld. Uiteindelijk keerde hij toch vlak voor zijn dood (1559) naar zijn geboortegrond, naar Kreta, terug. De Venetiaanse archieven vermelden dat hij zijn zoons een aanzienlijk vermogen naliet.

Mijn toeristengids van Metéora vat het leven van Theofánis kort en bondig zo samen: Hij trouwde en werd vader van twee kinderen, maar later volgde hij zijn diep religieuze gevoelens en koos voor het kloosterleven. Zijn zoons leerden van hem de kunst van het schilderen van heiligen en zetten later het werk van hun vader voort.


De oudste bekende muurschilderingen van Theofánis zijn te vinden in het Metéoraklooster Agios Nikólaos Anapafsás. Die van het katholikon dateren volgens het opschrift boven de ingang van de kerk uit 1527: (…) in de maand oktober op de twaalfde dag, geschilderd door Theofánis de Kretenzer Strelítzas Bathas. In mijn gids staat daarover te lezen:
 Daarna ging hij de berg Athos op om daar permanent te blijven, en hij schilderde daar de kloosterkerken Megísti Lávra en Stavronikíta.


Het verhaal over de muurschilderingen in de kloosterkerken lijkt wel duidelijk. In de wetenschappelijke wereld bestaat min of meer overeenstemming over de datering en de toewijzing aan Theofánis (en zijn atelier, leerlingen, navolgers).

Ikonen
Het toewijzen van ikonen aan Theofánis en ze dateren is minder gemakkelijk. Enerzijds komt dat doordat hij zijn werk (natuurlijk) niet of nauwelijks signeerde, anderzijds blijken ook zijn typische stijlkenmerken bij nadere beschouwing toch niet altijd zo eenduidig.



I.M. Stavronikíta, Laatste Avondmaal
Tot het einde van de jaren zestig van de twintigste eeuw waren er feitelijk geen ikonen van Theofánis bekend. Wetenschappers gingen (en gaan) er echter terecht van uit, dat hij ook ikonen moet hebben geschilderd en dat die alleen nog niet herkend waren. Maar toen de chronologie van zijn muurschilderwerk eenmaal in grote lijnen was vastgesteld, kon men ook proberen zijn ikonen te identificeren en te dateren.

De grote Griekse geleerde Manólis Chatzidákis († 1998) is de eerste geweest die aan Theofánis ikonen toekende, op stylistische gronden. Hij maakte een vergelijking tussen de muurschilderingen die algemeen aan Theofánis worden toegeschreven en ikonen. Chatzidákis meende dat de ikonen van de ikonostases van de kloosters Stavronikíta en Megístis Lávras, en de grote ikonen van het Protáton, de hoofdkerk op Athos in Kariés, van zijn hand waren. Met dat oordeel verrijkte hij het werk van Theofánis in één keer met ongeveer 45 ikonen.


Wat de tijd en stijl betreft heeft Chatzidákis in hoge mate gelijk: de ikonen kunnen gedateerd worden in de tijd dat Theofánis op Athos verbleef. Maar de vraag is: zijn de ikonen ook daadwerkelijk door Theofánis zelf geschilderd? Kun je dat eigenlijk wel vaststellen?


De baanbrekende publicatie zorgde al direct voor de nodige vragen. Critici wezen, op detailniveau, op verschillen in stijl en ook het vermelde aantal ikonen zou onduidelijk beschreven zijn. Zo hadden sommige ikonen van Theofánis’hand kunnen zijn, maar zouden ze precies die ‘theofánische’ kenmerken (heldere kleuren, fijnzinnigheid in het lijnenwerk, levendigheid in de afbeeldingen) missen. Toch suggereren ze Theofánis’nabijheid, daadwerkelijk of als grote inspirator.



Maar de kennis van de wetenschap groeit. In de jaren negentig wees Efthímios Tsigarídas, nu ere-hoogleraar voor christelijke archeologie en kunst aan de Aristoteles Universiteit van Thessaloníki, Theofánis meer ikonen op Athos toe. In de kloosters Ivíron, Pantokrátoros en Grigoríou zijn er volgens hem ikonen uit Theofánis’atelier. De Feestikonen van Ivíron waren te zien op de grote tentoonstelling in 1997 in Thessaloníki, naast die van Stavronikíta.

I.M. Stavronikíta, Geboorte van Christus

I.M. Stavronikíta, Pinksteren



















            Tsigarídas is bij mijn weten de eerste die stelselmatig de term ‘Theofánis en zijn atelier’gebruikt. Daarmee bedoelt hij Theofánis’ zonen en leerlingen, zoals bijvoorbeeld Zórzis. Aan hem wees Tsigarídas de eerder genoemde grote ikonen in het Protáton toe, en niet aan Theofánis (1542). Athanásios Paliouras (ere-hoogleraar van de Universiteit van Ioánnina) meende in 2006 echter, dat wel degelijk Theofánis de agiograaf was.


Zo bezien blijft het toeschrijven van ikonen aan één ikoonschilder een zaak van kennis en vertrouwen. De wetenschappelijke opvattingen kunnen uiteenlopen. Op mijn schriftelijke vragen over diverse discussiepunten in Theofánis’ werk en leven antwoordde Tsigarídas dat ‘vóór alles een antwoord op (vragen over) dit onderwerp pas gegeven kan worden na zeer diepgaand onderzoek en dat dat antwoord niet in een paar regels kan worden uitgedrukt’.

Ten slotte
Om terug te komen op ‘mijn’ Moeder Gods Odigítria-ikoon: Theofánis als enige hand lijkt niet honderd procent zeker. Tsigarídas zou zeggen: ‘Theofánis en zijn atelier’. Maar is dat erg? De vraag stellen is hem beantwoorden. Immers, de religieuze waarde van de ikoon verandert er niet door. Die blijft. Altijd.





dinsdag 14 december 2010

13 - REPRODUCTIES VAN DE GROTE DEËSIS VAN THEOFÁNIS DE KRETENZER

De Grote Deësis van de oude ikonostase van het Protáton in Kariés bestaat in totaal uit vijf ikonen: Χριστός Παντοκράτωρ/ Christos Pantokrator, Παναγία δεομένη/de Biddende Maagd Maria, Ιωάννης ο Πρόδρομος/ Ioannis de Voorloper en αρχάγγελος Μιχαήλ, αρχάγγελος Γαβριήλ/de Aartsengelen Michaël en Gabriël. Het is (vermoedelijk) een werk (1542) van mijn favoriete ikoonschilder Theofánis de Kretenzer, over wie ik in een volgend blog meer zal schrijven. Deze grote, prachtige, ikonen zijn nu uitgegeven in reproducties van hoge kwaliteit. De boekwinkel van de Agioritiki Estia biedt ze in drie verschillende formaten aan.


De afbeeldingen zijn afkomstig uit Schatten van de Agion Oros, de catalogus van de grote tentoonstelling in Thessaloníki (culturele hoofdstad van Europa) in 1997
Dank/Ευχαριστώ Γιάννη

vrijdag 10 december 2010

12 - SNEEUW EN REGEN OP ATHOS VERWACHT

Ook op de Heilige Berg wordt het winter. De verwachting voor de komen dagen biedt regen, sneeuw en lage gevoelstemperaturen, tot tien graden onder nul, als gevolg van de sterke noordwestelijke winden (βαρδάριδες/vardárides).

Dank/Ευχαριστώ Γιάννη, bron 1772

donderdag 9 december 2010

11 - ROVERS OP DE AGION OROS

Het afgelopen weekeinde, 4/5 december, is een inbraak ontdekt in de historische kellí Áxion Estín van het klooster Pantokrátoros. Volgens de politie stalen de inbrekers onder meer vier ikonen in Russische stijl en een geborduurde epitafio. 


De rovers kwamen binnen via een raampje en maakten gebruik van de afwezigheid van gerontas Diodoros.

Gelukkig zijn de kostbare voorwerpen geregistreerd en gefotografeerd, zodat de politie goede hoop heeft ze terug te vinden.

Bron: Romfea

maandag 15 november 2010

10 - DONKERE WOLKEN BOVEN ATHOS


Niet alleen in West-Europa is het stormachtig herfstweer met veel regen. Twee weken geleden meldde Keliotis reeds de onkende regenval op de Agion Oros. Een Russische blogger publiceerde een aantal foto's onder de titel De gevolgen van de storm:  een ontwortelde boom op de route tussen de kloosters Esfigménou en Vatopedíou, een met afgewaaide takken bezaaid monopáti naar Vatopedíou en een kellí in de omgeving van Koutloumousíou.


woensdag 10 november 2010

9 - PELGRIM OP ATHOS, DE HEILIGE BERG (Boek)

Een boek in het Nederlands over de Heilige Berg is een zeldzaamheid. Het is ook een hele klus: klein taalgebied, kleine markt. Het meest recente is Athos, monnikeneiland van Koert ter Veen, 2001, alweer bijna tien jaar geleden.
In Griekenland verschijnen echter veel boeken over de Agion Oros. Zo publiceerde in 1985 de Griekse theoloog Vasílis Ch. Stergioulis zijn boek over Athos: Περιδιαβαίνοντας το Άγιον Όρος. De Vlaming Emiel-André Vanrysselberghe vertaalde het werk in 2005 en schreef in zijn voorwoord: De 1e druk van het boek dateert uit 1985. Toch blijft het actueel en had het evengoed in 2005 geschreven kunnen zijn. (...) Pelgrim op Athos is een handige gids, geschreven door een theoloog die door zijn talrijke bezoeken de Heilige Berg Athos en het monnikenwezen door en door kent en op een levendige en bevattelijke wijze zijn rijke ervaring weet door te geven. Het helpt de pelgrim om met respect voor het leven van de monniken en voor de byzantijnse traditie de Heilige Berg Athos te bezoeken. 
Vanwege commerciële redenen bleek  een uitgave echter niet haalbaar.  Daarom  besloot de vertaler eind 2009 'om eventuele bezoekers van de Heilige Berg Athos kennis te laten maken met het boeiend verhaal van deze Griekse theoloog, de Nederlandse vertaling in eigen beheer uit te geven.' Het boek werd in Griekenland positief ontvangen. Ook voor Nederlandstalige Athosvrienden bevat het boek een interessante beschrijving van de Heilige Berg. 
                                                           

maandag 25 oktober 2010

8 - RUSSISCHE PELGRIMS OP BEZOEK IN HET HEILIGE KLOOSTER STAVRONIKÍTA

Vrijdag 09/22 oktober 2010 bezocht Metropoliet Ilárion van Volokolamsk  (Patriarchaat van Moskou) met zijn gezelschap mijn geliefde Stavronikíta. Aan de poort van het klooster verwelkomde Vader abt Tíchon de Russische pelgrims hartelijk.

Daarna bracht het gezelschap een bezoek aan de kloosterkerk. De Metropoliet vereerde er de bijzondere mozaïek-ikoon van de Heilige Nikólaos Streidás (13e eeuw) en ook kreeg hij een rondleiding. De onlangs  schoongemaakte  muurschilderingen van de beroemde ikoonschilder-monnik Theofánis de Kretenzer (16e eeuw) genoten bijzondere belangstelling. 













                     De Nikolaasikoon wordt Streidás (στρείδι: oester) genoemd vanwege de oester die op het voorhoofd van de heilige vastgeplakt zat, toen, volgens de traditie, vissende monniken haar in hun netten uit de zee haalden. Toen ze de oester verwijderden stroomde er bloed  uit het afgebeelde voorhoofd.

Vervolgens gingen de gasten naar het gastenverblijf (αρχονταρίκι/archondaríki). Daar ging het gesprek over het moderne monnikendom.



Bron http://www.mospat.ru/ru/2010/10/23/news28550/

zondag 24 oktober 2010

7 - HERFST OP DE AGION OROS

Ook op de Agion Oros is het herfst geworden, zoals deze foto's van Keliotis laten zien. 









Dank/Ευχαριστώ Γιάννη

maandag 18 oktober 2010

6 - GEÏLLUSTREERDE MANUSCRIPTEN VAN HET HEILIGE KLOOSTER STAVRONIKÍTA

Een van de bijzonder mooi en fraai uitgeven boeken die ik deze zomer op de Heilige Berg in handen kreeg, was de uitgave van de geïllustreerde handschriften van het Heilige
Klooster Stavronikíta. De publicatie bestaat uit twee delen en ze bevat alle overgeleverde manuscripten uit de bibliotheek van het klooster. Priester-monnik Vader Filímon was er terecht trots op.

Het idee voor deze uitgave is afkomstig van Archimandriet Vader Tichon, abt van Stavronikíta, en twee Griekse wetenschappers die beiden inmiddels overleden zijn. Ze wilden de wetenschappelijke wereld en het publiek de unieke handschriften laten zien die dateren van de tiende eeuw, toen het klooster werd gesticht, tot de zeventiende eeuw.

Het eerste (175 pp) biedt de inleidende en kunsthistorische teksten, in het tweede (349 pp) staan de afbeeldingen, in chronologische volgorde. Er zijn 34  geïllustreerde handschriften van grote wetenschappelijke en artistieke waarde in kleur afgedrukt. Verder gaat het om zo'n 450 miniaturen. Het is de eerste keer dat de verluchte handschriften van het klooster integraal worden gepresenteerd. Een klein deel van de collectie werd wel al eerder gepubliceerd
in de reeks van geïllustreerde manuscripten van de Agion Oros.


De beide boekdelen (31x24 cm) wegen samen bijna vier kilo en bevatten een schat aan informatie. Ze zijn, zoals gezegd, prachtig verzorgd uitgegeven.

Blogvriend Kelliotes schreef vorig jaar in zijn blog nr 562 reeds over de presentatie van dit bijzondere boekwerk in de boekwinkel van de Agioritikí Estía.

Ιερά Μονή Σταυρονικήτα, Εικονογραφημένα χειρόγραφα, Άγιον Όρος 2007/2008.

zondag 10 oktober 2010

5 - KERASIÁ


Een van de mooie plekken waar ik deze zomer, op weg naar Panagía en Metamórfosis, langs kwam is het kluizenaarsdorp (ησυχαστήριο/isichastírio) Kerasiá (Κερασιά). Het ligt in de moeilijk toegankelijke zuidwesthoek van het schiereiland, in de zgn 'woestijn' (Έρημος). Vanaf de tiende eeuw wonen er monniken in een geweldige natuurlijke omgeving. Het is dan ook een oord van stilte en rust. 
Kellí van de Heilige Georgios


Het dorp bestaat uit twaalf kelliá, waaronder die van de Heilige Georgios en de Heilige Ioannis de Theoloog. De laatste jaren is de omgeving echter minder rustig. Dat komt door de bouw van een marmeren kerk met een groot bijgebouw.






 



  




            Ezels brengen de blokken marmer naar boven, naar zo'n 700 meter hoogte. De bouw vordert gestaag, zo leert een vergelijking:

Kerasiá, augustus 2010





Kerasiá, juli 2009


Kellí van de Heilige Ioannis de Theoloog  
De foto's van de beide kelliá zijn afkomstig uit het prachtige fotoboek  ΑΘΩΣ Κάλλος και χάρις (Beauty and grace Athos) 2004, gemaakt door monnik Gabriel (Γαβριήλ) van het Heilige Klooster Filothéou.


zaterdag 25 september 2010

4 - VADER EFTHÍMIOS EN DE HEILIGE ARTÉMIOS

O zegevierende Artémios, jij was een edele atleet.
Als een gloeiende lamp verlichten
je wonderen nu de wereld ter verlossing van onze zielen.
Troparion, Toon 5

Het is rond half zeven in de ochtend en het regent. Het is nog donker buiten, vooral ook door de donkere, samengepakte septemberwolken. Samen met zo’n tien mannen sta ik in de huiskapel van de kellí (cel) van Vader Efthímios, monnik op de Agion Oros (Athos). Tijdens het samenzijn is het steeds harder gaan regenen. Het water gutst hoorbaar van de daken. Het weerlicht voortdurend en plotseling, na een geweldige donderslag, valt de electriciteit uit.

Gelukkig branden er vele kaarsen, waardoor de liturgie nog nadrukkelijker een bijzondere, intieme sfeer krijgt. Priester-monnik Vader Kírillos laat zich door het natuurverschijnsel niet van de wijs brengen en zegent ons, als welkom, door ons met een basilicumtakje gedrenkt in gewijd water, tegen het voorhoofd te slaan. Ook Vader Efthímios zingt vol vuur door. Mijn kaarsen staan bij de ikoon van de patroonheilige van de cel van Vader Efthímios, de Heilige Artémios.

De Heilige Artémios? Wie is dat eigenlijk? In de westerse kerk is hij nagenoeg, of misschien wel helemaal, onbekend. Toch leefde de Heilige Artémios in de tijd van de ongedeelde kerk, ver voor de tijd van de grote kerkscheuring, om preciezer te zijn in de vierde eeuw.

De Heilige Artémios is een zogenaamde Megalomartyr (Grootmartelaar, iemand die zwaar en langdurig is gemarteld). Hij werd in 362 AD, tijdens de regering van keizer Julianus, bijgenaamd Apostata (de Afvallige), onthoofd. Hij is de beschermheer van de Griekse politie en hij wordt ieder jaar herdacht en gevierd op 20 oktober, zijn sterfdag. Ook wordt hij aangeroepen door mensen die een hernia hebben.


Over het leven van Artémios
Tijdens zijn leven was Artémios van Antiochië een belangrijke militaire leider onder de keizers Konstantijn de Grote (306-337) en diens zoon Konstantios (337-361). Deze laatste liet hem de relieken van de Heilige apostelen Andreas en Lukas, uit respectievelijk Patras en Thebe in Griekenland, naar Konstantinopel brengen. Ze werden ondergebracht in het altaar van de kerk van de Heilige Apostelen. Als beloning voor zijn geslaagde actie benoemde de keizer Artemios tot vice-koning van Egypte. In deze officiële functie zette hij zich zeer in voor de verspreiding van het Christendom in Egypte.

In 361 volgde eerder genoemde Julianus Apostata Konstantios als keizer op. Zoals zijn bijnaam al aangeeft, zei hij het christelijk geloof vaarwel. En niet alleen dat. Hij spande zich ook in om de oude goden weer in ere te herstellen en vervolgde de christenen heftig. Honderden liet hij ter dood brengen. Zo kwam Artémios openlijk in conflict met de keizer.

In Antiochië liet Julianus twee bisschoppen martelen, omdat zij weigerden Christus te verloochenen. Toen Artémios in die stad aankwam, stelde hij de goddeloosheid van Julianus publiekelijk aan de kaak. Zijn hagiografie vertelt hoe het hem verging. Buiten zichzelf van woede liet de keizer Artémios hevig folteren en hem daarna in de gevangenis gooien.

In de gevangenis bad Artemios veel en tijdens die gebeden verscheen Jezus zelf aan hem, omgeven door engelen. Hij sprak: ‘Houd moed, Artémios, Ik ben met je en ik zal je behoeden voor alle pijnen die de folteraars je proberen toe te brengen. Ik heb je gloriekroon al voorbereid. Zoals jij van Mij hebt getuigd bij de mensen op aarde, zo zal Ik van jou getuigen bij Mijn Hemelse Vader. Daarom, houd goede moed en verheug je: je zult bij Mij zijn, in Mijn Koninkrijk.’ Toen Artémios dit van de Heer zelf hoorde, was hij zeer verheugd en bracht hij Hem vurig eer en zei Hem dank.

De volgende dag eiste Julianus dat de Grootmartelaar Artémios de heidense goden eer bracht. Artémios weigerde natuurlijk. Geconfronteerd met diens standvastige houding, nam de keizer zijn toevlucht tot folteringen. Maar de Heilige verdroeg alles zonder ook maar een enig gejammer. Hij voorspelde dat Julianus spoedig een terechte beloning zou ontvangen voor het kwaad dat hij de christenen had aangedaan. Julianus raakte buiten zichzelf van woede en greep naar nog wredere folteringen. Maar hij kon de wil van de Heilige niet breken. Deze werd tenslotte onthoofd. Christenen begroeven zijn stoffelijk overschot ter plaatse.


Na de dood van de Heilige Grootmartelaar Artémios werd zijn voorspelling over de aanstaande ondergang van Julianus Apostata bewaarheid. De keizer ging ten onder in de oorlog met de Perzen. Christenen brachten toen Artémios’ relieken met veel eer van Antiochië naar Konstantinopel. Daar werden ze in de kerk van de Heilige Johannes De Voorloper Oxeias geplaatst (nu de Imrahormoskee).


Artémios staat afgebeeld op een muurschildering van de Protátonkerk in Kariés, het hoofdplaatsje van Athos. In die kerk schilderde Manouél Pansélinos hem in de veertiende eeuw. Op het fresco in Makedonische stijl kijkt Artémios, als een strijder, fier voor zich uit. Zijn schild staat naast hem, hij houdt het met zijn linkerhand vast. Het gezicht van de heilige martelaar lijkt op dat van Christus zelf. En zo hoort het ook.

Immers, in zijn Handboek geeft Dionýsios van Fourná aan hoe Artémios geschilderd moet worden: ‘de Heilige Artémios lijkt in vorm op Christus’. De gelijkenis van zijn gezicht met dat van Christus geeft zijn vergoddelijkte status weer. De beschadiging aan het rechteroog belemmert de treffende vergelijking van zijn gezichtskenmerken met die van Christus niet. Op zijn ikoon is Artémios op dezelfde manier geschilderd.


Twee en een half uur later werkt de stroom weer en zitten we, na het einde van de liturgie, rond de keukentafel, leken en een aantal monniken. We praten en discussieren gezellig, eten ondertussen brood met margarine en Goudse kaas en drinken Griekse koffie. Helaas kondigt dit ontbijt het einde van mijn verblijf op de Heilige Berg aan.


Vader Efthímios blijkt een bekwaam chauffeur. Geroutineerd stuurt hij zijn landrover over de modderig en glibberig geworden bergwegen en door drie kleine riviertjes naar Kariés. Daar wacht de bus en in Dáfni de boot naar 'de wereld'.

Kapel van Vader Efthímios














Dank aan Keliotιs/Ευχαριστώ Γιάννη
(Eerder gepubliceerd in Eikonikon nr 93, oktober 2006)