In de Grote Vasten wordt thuis en in de Kerk het, ook voor monniken belangrijke, gebed van Efrem de Syriër (ca 306-373) gebeden:
Heer en Meester van mijn leven,
Geef mij niet een geest van ledigheid,
bemoeizucht, heerszucht en ijdel gepraat. (pokloon/buiging)
Maar schenk mij, uw dienaar, een geest van ingetogenheid,
nederigheid, geduld en liefde. (pokloon/buiging)
Ja, Heer mijn Koning,
Laat mij mijn eigen fouten zien
En mijn broeder niet veroordelen;
Want gij zijt gezegend in de eeuwen der eeuwen.
Amen (pokloon/buiging)