Woord vooraf

Een blog over de Agion Oros (Athos), de Tuin van de Moeder Gods, het spirituele centrum van het oosters-orthodoxe christendom.
En dus ook over kloosters, pelgrimeren en ikonen. (Tekst in geel bevat een link)
Wilt u op de hoogte blijven van nieuwe blogs? Abonneer u onderaan deze pagina.

zondag 1 mei 2011

31 - OPNIEUW NAAR ENKELE ATHOSKLOOSTERS

W. Antonius van den Berg

Het was 15 jaren geleden dat ik voor het laatst naar de Athos ben geweest, het afgesloten schiereiland in Noord Griekenland, met 20 grote kloosters en talloze kleinere, al 1000 jaren geheel gesloten voor vrouwen. In de 10 of 12 jaren daarvoor ben ik jaarlijks 1 of 2 keer daar geweest, maar op een gegeven moment voelde ik me toch enigszins een voyeur: zo veel gezien en geleerd, en maar zo weinig toegepast in mijn gewone leven! Eerst maar eens werken aan die toepassing, was mijn gevoel. Maar na al die jaren sloeg toch enige twijfel toe: is het kloosterleven zoals dat op de Heilige Berg Athos geleefd wordt voor mij wel het juiste voorbeeld ?
Klooster Simonas Petras
Ergens kwam ik Jan Abels, de architect van onze kerk, tegen, en tijdens het gesprek vertelde hij weer naar de Athos te gaan in september 2010, zoals hij al vele jaren elk najaar doet. En ik vroeg hem of hij voor mij ook een uitnodiging kon regelen. Dat kon! Na 15 jaren bleek de bureaucratische papierwinkel nog even groot, maar in de afwikkeling iets soepeler omdat de computer ook hier zijn intrede heeft gedaan. Je moet ruim van tevoren jouw wens om te komen duidelijk maken, liefst met een uitnodiging van een klooster. En dan moet je maar afwachten of er ruimte is op de door jou gewenste datum. Er kunnen per dag slechts 100 personen (mannen) worden toegelaten, 90 Grieken of orthodoxen (Grieken worden per definitie als Orthodox beschouwd), en 10 niet-orthodoxen. Logeergelegenheid is er op de Athos niet, alleen de kloosters hebben gastenverblijven, daar ben je dus op aangewezen. Dan, op de vertrekdag, in het Athoskantoor in de vertrekplaats Ouranopolis het verblijfsdocument ophalen (diamoniterion), en op de boot. Die boot is nog ongeveer dezelfde als 15 jaren geleden. Na ruim 2 uren varen langs de zuidkust van het schiereiland, langs de kloosters die daar gelegen zijn ( o.a. het Russische klooster van de H. Panteleimon) volgt de aankomst in de haven Daphni. Dan is er een groot verschil met 15 jaren geleden: er staat een Landrover klaar om ons, en enkele andere pelgrims, naar het klooster Simonas Petras te brengen. Vroeger moest je ruim anderhalf uur wandelen. Het klooster, en de hele omgeving,  verkeert in een uitstekende staat na alle restauraties van de afgelopen jaren. Als Unesco monumenten hebben de kloosters veel steun ontvangen bij die restauraties, zodat nu zelfs de gasten verblijven behoorlijk comfortabel zijn (ook dat was vroeger vaak wel anders).

Maar het kloosterleven bleek in feite niet veranderd, alle diensten waren op dezelfde tijden, duurden even lang (bijv. van ’s morgens 2.30 u tot ca 7.00 u), en waren even mooi. Enig uithoudingsvermogen is voor een leek uit de westerse “wereld” wel nodig, maar de koorbanken bieden ondersteuning. En ook de rituelen rondom de maaltijden bleken onveranderd. Het aantal monniken in de kloosters is zelfs groter dan 15 jaren geleden, en de gemiddelde leeftijd is wat afgenomen.

                                                     Kellion omgeving klooster Karakalou

De monniken hebben veel meer dan vroeger contacten met de “wereld” nu mobiele telefoon en internet overal beschikbaar zijn. Dat is veel efficiënter dan het schrijven van brieven, en je kunt zeggen dat het voor pelgrims minder nodig is om naar de Heilige Berg te gaan nu je ook kunt mailen met de monnik waarmee je een goed contact had.

In het volgende klooster, Karakalu, met de H.H. Petrus en Paulus als patroonheiligen, was het zo mogelijk nog mooier, en er waren erg veel monniken die ook nog eens relatief jong waren. Onderweg, met Landrover, bus en mini-bus, bleek dat overal op de Athos de oude olijfboomgaarden weer in onderhoud zijn genomen, en dat veel nieuwe culturen opgebouwd zijn. De Athos exporteert nu zelfs een heel goede wijn ! Veel meer dan vroeger blijkt de oude bijnaam “Tuin van de Moeder Gods” van toepassing, het is werkelijk schitterend.

Zeer oude olijfboom
Ik had gehoopt een oude goede bekende te kunnen ontmoeten. Vader Panteleimon, een Duitse monnik met een eigen kellion, bleek echter in het voorjaar naar een Servisch klooster in Hongarije verhuisd te zijn. Zijn kellion bleek een waar paradijsje te zijn geworden waar nu enkele Servische monniken zaten, en het was er
behoorlijk druk geworden doordat het nu de havenplaats voor het Servische klooster Chilandar is geworden. Dat stelde me wel wat teleur, want ik had weinig zin om als een soort pelgrimerende toerist van klooster naar klooster te trekken. Vroeger heb ik alle kloosters al eens bezocht, en ik had meer behoefte aan verdieping dan aan het bekijken van nog meer oude iconen en oude gebouwen. Ik ging weer terug naar “de wereld”, om enige dagen later Jan Abels op te pikken, en via mijn Bulgaarse onderkomen weer op het vliegtuig te stappen in Sofia.

Gerestaureerd kloostergedeelte

De Athos bleek nog steeds de Athos: de meer dan 1000-jarige monnikentraditie is nog springlevend, en het verval dat 25 jaar geleden overal te zien was, is hersteld. Het was een werkelijke vreugde om dat te zien en te beleven. Maar voor mij geldt ook dat de oude monnikenregel om niet te snel van “kluis” te veranderen nog leeft. Na de overweldigende indruk van de eeuwenoude gebouwen en iconen, en de schitterende natuur heb ik behoefte aan meer verdieping, en juist minder aan indrukken. Dat kun je vinden in een klooster, op de Athos of elders, maar dan kun je beter wat langer op een plaats blijven, liefst daar waar een taal gesproken wordt waarin je goed kunt communiceren. En dat ga ik voor een volgende “trip”zeker regelen.  Het was fijn en inspirerend om weer op de Heilige Berg geweest te zijn.

Klooster Karakalou
Deventer, september 2010
Bron: Nieuwsbrief november-december 2010, Parochie Heilige Eersttronende Apostelen Petrus en Paulus