Woord vooraf

Een blog over de Agion Oros (Athos), de Tuin van de Moeder Gods, het spirituele centrum van het oosters-orthodoxe christendom.
En dus ook over kloosters, pelgrimeren en ikonen. (Tekst in geel bevat een link)
Wilt u op de hoogte blijven van nieuwe blogs? Abonneer u onderaan deze pagina.

maandag 21 december 2015

533 - REACTIE OP MIJN 'OVERPEINZINGEN OVER ATHOS BEZOEK(ERS)', DEEL 1/2

Hans Overduin schreef een ruime en interessante reactie, die ik in twee delen plaats:
Een aantal kilometers uit de westkust van Ierland ligt het eiland Skellig Michael (Rots van Michael), een bijna loodrecht uit de onstuimige Atlantische Oceaan oprijzende 200 meter hoge rots die zo uit 'Lord of the Rings' lijkt te zijn weggedreven. Bij een eerste aanblik spat de 'spiritualiteit' er als het ware van af. Dit is één van wat de Ieren noemen 'thin places', plaatsen waar de sluier tussen de wereld van de mensen en die van God erg dun is. Maar er is meer. Boven op de top van deze berg ligt een zo goed als ongeschonden Keltisch klooster uit de zesde eeuw. Het bestaat voornamelijk uit diverse karakteristieke 'bijenkorf cellen', twee kapellen en kleine begraafplaats. Aan de andere kant van de rots ligt nog een hermitage. Om de authenticiteit van de plek te bewaren mag er zelfs geen reling worden aangelegd langs de lange en glibberige rotstrap naar de top. Het eiland is één van de heiligste plaatsen van Ierland en staat terecht op de VN-lijst van werelderfgoed.

Groot was dan ook in vele kringen de verontwaardiging toen de almachtige filmproducent "geld speelt geen rol-Disney" vergunning kreeg om op het eiland en in het klooster filmopnamen te maken voor de zevende Star Wars-film. Men beschouwde dit als ontheiliging van de plek waar door de drukte en alle logistiek, maar vooral door de zuiver wereldse bedoelingen van de tijdelijke bezetters, de dunne sluier tussen beide werelden weleens in een dikke muur kon veranderen.

Toch kwamen er al snel andere meningen naar boven. De bewuste film, die waarschijnlijk de best bekeken rolprent tot nu toe zal blijken, is een unieke kans om Skellig Michael op de wereldwijde kaart te zetten. De unieke plek staat weliswaar op de werelderfgoedlijst, maar is buiten Ierland bij het grote publiek nauwelijks bekend. Bovendien zal Disney de nodige pecunia op tafel hebben moeten leggen en zal zeker de middenstand van het vaste land tegenover het eiland, vanwaar ook de boot vertrekt en waar een informatie-centrum gevestigd is, van het één en ander profiteren. De schoorsteen moet roken, en dat is tenslotte één van de hoogste verdiepingen van de behoeftenpyramide van Maslov. Dat veel bezoekers niet vanwege de vele heiligen die hier hebben gewoond de berg zullen beklimmen, maar vanwege het feit dat Luke Skywalker hier in eigen persoon heeft rondgelopen, is een detail. In ieder geval: op een toename van het aantal bezoekers kan zeker gerekend worden! Het bleek in ieder geval dat een passende reactie op de gebeurtenissen niet simpel en eenduidig kon zijn.

Voor degenen die in de afgelopen decennia Agion Oros voor het eerst bezochten, is de plek intussen danig veranderd. Die veranderingen begonnen in feite al in het begin van de vorige eeuw. Met name technische veranderingen: denk bijvoorbeeld aan de fotostudio's van Panteleimonos en de skiti van Andreas in een tijd dat foto en film in West-Europa nog min of meer een novum waren. Aan het eind van de twintigste eeuw kwamen de technische veranderingen in een stroomversnelling: betere logistiek en verbindingsmiddelen, het grote publiek dat reisvaardiger werd, betere communicatiemiddelen met als klap op de vuurpijl het Internet. Het mystieke en mysterieuze Athos werd stukje bij beetje gedemystificeerd en bekend bij en bereikbaar voor Jan (niet Janny) en alleman. De vraag begon zich op te dringen: reden tot ongerustheid of valse romantiek ?


Tegelijk met de technische stroomversnelling kwam er in de jaren '70 van de vorige eeuw een heel nieuw soort monniken naar Athos, meeliftend op de toegenomen belangstelling voor spiritualiteit in Europa die ook de Rooms-Katholieke beschouwende orden geen windeieren legden. Laten we eerlijk zijn, de kwaliteit van de Athos-monniken liet vanaf pakweg de Osmaanse overheersing van de Balkan tot het midden van de negentiende eeuw te wensen over. De grote idiorrythmische kloosters fungeerden meer als bejaardentehuizen en de kloosters vlogen elkaar om de haverklap in de haren om zeer wereldse zaken. Alleen de berg zelf met zijn 'echte' heremieten hield spiritueel onveranderd stand. Laten we niet in de waan verkeren dat Agion Oros een homogeen geheel was en is: de twintig kloosters met Kariés vormen een wereld op zich tegenover 'de berg', en daartussen zweven weer de idiorrythmische skiten en kellia en de nog kleinere monastieke eenheden.

De "nieuwe monniken", niet zelden academisch opgeleid en bekend met vele wereldse en praktische zaken, maar ook bereid tot het 'echte' ascetische en mystieke leven en heel bewust daarnaar zoekende, kwamen in de plaats van de uitdunnende groep monnik-boeren die vrijwel uitstekend landbouw konden plegen en intussen Byzantijnse codices sloopten om met de vellen jampotjes dicht te maken, om het maar heel chargerend (maar wel historisch correct) te zeggen. Om een voorbeeld te noemen: de twee "nieuwe monniken", beiden academici, die de skiti van Andreas hadden overgenomen, waren eind jaren 1990 al in het bezit van mobiele telefoons en twee computers, waarvan er één op het Internet aangesloten was. Nogmaals: reden tot ongerustheid of valse romantiek?

Toen de laatste Elfstedentocht in Nederland op natuurijs werd verreden, had de GSM voor het gewone volk net zijn intrede gedaan. De meeste schaatsers hadden er dan ook één bij zich om het thuisfront op de hoogte te stellen van hun vorderingen dan wel van het feit dat ze überhaupt nog in leven waren. Veel stuurlui aan wal vonden dit onsportief en een inbreuk op het karakter van de Elfstedentocht. Onzin natuurlijk, want je moest nog steeds 200 km op je eigen benen te schaats afleggen. Dat er een modern attribuut gebruikt werd dat bij de vorige Elfstedentocht nog niet was uitgevonden (althans niet voor algemeen gebruik), doet daar niets aan af.

Ik wil met deze inleiding duidelijk maken dat een oordeel over de huidige toestand van Athos niet ongenuanceerd kan zijn en vooral op feiten gebaseerd moet zijn. De vraagstelling daarentegen is simpel: wat is de essentie van Athos en wordt die heden ten dage bedreigd?

Om een antwoord op deze vraag te geven: de essentie van Agion Oros is het gebed, zowel voor de theosis van de monniken zelf, het heil van de pelgrims en het heil van de wereld. Daarnaast het verlenen van pastorale en spirituele zorg door de monniken aan de oprechte pelgrims en ten derde het gelegenheid geven aan deze pelgrims op de 'thin place' te verblijven, dat Athos is of in ieder geval hoort te zijn (daarover straks meer), ter ondersteuning van hun spirituele ontwikkeling, en daar hoort ook wandelen bij. Wie dat niet met mij eens is leze de dissertatie van Ineke Albers: "Heilige kracht wordt door beweging losgemaakt - Over pelgrimage, lopen en genezing" (2007). Dat er op Athos ook sprake is van een 'noblesse oblige' inzake kunstschatten, architectuur en wetenschappelijk belangrijke zaken is een facet dat niet vergeten mag worden, maar nooit in tegenspraak mag zijn met de essentie van Athos.