Woord vooraf

Een blog over de Agion Oros (Athos), de Tuin van de Moeder Gods, het spirituele centrum van het oosters-orthodoxe christendom.
En dus ook over kloosters, pelgrimeren en ikonen. (Tekst in geel bevat een link)
Wilt u op de hoogte blijven van nieuwe blogs? Abonneer u onderaan deze pagina.

zaterdag 19 september 2015

503 - ATHOS: TUIN VAN DE MOEDER GODS. BEELDEN, VERHALEN, IKONEN, DEEL 3/3

Deel 3, en slot, van vader Barts bijdrage: 

Ik adem Gods aanwezigheid
In de rotsige bergflanken aan de Zuidwestelijke kust van de Athos is er een onontgonnen en woest gebied: 'Katounákia'. Daar, langs de steile wanden, wonen kluizenaars in grotten, of kleine gemeenschappen van twee of drie monniken in houten kluisjes. Het verhaal dat nu volgt werd neergeschreven door een Vlaamse pelgrim uit de jaren 1970. Hij bezocht meerdere malen de Heilige Berg. Onder meer de Hesychasten Vader Efrém en Vader Jozef van Katounákia. 

In zijn boek beschrijft hij hoe het leven van deze heilige monniken verliep: 'Zij sliepen vier uur per etmaal. Elke avond om 19.30 uur gingen ze naar hun minuscuul kleine kapel. Daar begon hun gebedsdienst. Deze duurde de hele nacht lang. Hij bestond uit de eindeloze herhaling van het Jezus-gebed: 'Heer Jezus Christus, Zoon van God, ontferm U over mij zondaar.'

Eerst baden zij dit luidop en samen. Maar na een tijd baden zij alleen, elk voor zich, inwendig, in stilte. 'Dit stille gebed is meer ingrijpend', zo zei Vader Jozef later. Te middernacht begon Vader Efrém de goddelijke Liturgie. Vader Jozef diende aan het altaar, en zong daarbij. Elke dag ontving hij de Heilige Communie. Na de Liturgie gingen ze allebei een beetje rusten. En daarna gingen zij aan het werk. Dit bestond in het dagelijks onderhoud van hun kluis, en van hun groententuintje. En ook in houtsnijwerk: kleine kruisjes voor pelgrims. Zij namen slechts één maaltijd per dag. Toch straalden zij van een diep en eenvoudig geluk, en zaligheid.'

Bij dit verhaal komen de woorden van de Heer Jezus uit het Evangelie van Lukas mij voor de geest, over de ware zaligheid:

'Ja, waarlijk zalig zijn zij die het Woord Gods beluisteren,
het bewaren in hun hart en het onderhouden' (Lukas 11.28)

Een kluizenaar leefde daar in een aanpalende rotsholte: Vader Chrysóstomos. Ook hij bracht het grootste deel van zijn dagen en nachten door in gebed. Met de grootste eenvoud en sereniteit sprak hij over zijn geestelijk geluk. Zijn diepe ervaringen in Gods aanwezigheid vatte hij aldus samen in deze zuivere zin: 'Ik adem God in.'

Onze Athos-pelgrim beëindigt aldus zijn relaas: 'Ja, monniken zijn wondere wezens. Zij zijn er voornamelijk beducht op Gods influisteringen en op stemmen die niet van deze wereld zijn.'

(Deze twee verhalen komen uit het boek van Dr. W.P. Theunissen, Op de Heilig Berg, in de tuin van de Moeder Gods, Uitgeverij: N.V. Servire, Den Haag 1965.

De ikoon van de Moeder Gods Portaítissa
Deze ikoon staat in een kleine kerk te Ivíron. Haar geschiedenis gaat terug naar de tijd van het ikonoklasme, de negendee eeuw. Een legende vertelt dat er een vrome weduwe was, te Nicea. In haar huis hield zij een ikoon van de Moeder Gods verborgen. Zij bad er, in het geheim. Toen er echter een te groot gevaar was dat deze ikoon door de ikonoklasten van de Keizer zou worden gevonden, verborg zij haar ikoon in een inham van de zee. Dan zag men deze ikoon over de zee wegdrijven, rechtop, als een lichtende vuurzuil in de nacht. Na 70 jaar belandde zij in het klooster van Ivíron. Waar zij plaatsnam boven de buitenpoort. Monniken brachten haar naar binnen en plaatsten ze in de Kerk. Maar de ikoon stond s'anderdaags weer buiten het klooster, boven de poort. Zo geschiedde het driemaal. Toen hoorden de monniken deze woorden:
'Ik ben hier niet gekomen opdat de monniken mij zouden beschermen,
maar opdat ikzelf hen zou beschermen.'

Deze ikoon wordt genoemd de Moeder Gods die de weg wijst. Hodegetria. Zij verwijst naar haar goddelijke Zoon, 'de Weg, de Waarheid en het Leven'. (Johannes 14.5-6)

De ikoon van Pokrov
In Jeruzalem werd de schoudermantel (maforion) van de Moeder Gods bewaard. Na de Kerkvrede van 313 werd deze kostbare reliek overgebracht naar de Agia Sofia van Konstantinopel. Daar werd zij door vele pelgrims vereerd. Ook uit het verre Rusland. De mensen kwamen er al hun noden toevertrouwen aan de Moeder Gods. Eens was er daar een Russische monnik uit Novgorod. Tijdens zijn gebed kreeg hij een visioen. Hij zag hoe de Heilige Moeder Gods haar mantel uitspreidde over de biddende pelgrims.

Dit gebeuren leidde tot het ontstaan van een nieuw Mariafeest in Rusland. Namelijk 'Pokrov'. Wat bescherming betekent. Dit wordt gevierd op 1/14 oktober. In de Griekse traditie is er een dergelijk feest op 18 oktober, genaamd: 'De bescherming van de Moeder Gods'. Is het toevallig dat in de westerse christenheid de hele oktober maand toegewijd is aan het 'Rozenkransgebed'?

Verder is uit dit gebeuren ook een zeer mooie kerkhymne ontstaan: 'Onder uw bescherming nemen wij onze toevlucht o Heilige Moeder van God ...'. Deze hymne wordt gezongen op het einde van de Vespers. In de Vlaamse liederenschat is er een gelijkaardig lied: 'Maria houd uw mantel wijd over uw kinderen uitgespreid'.

Ter overweging

Le silence: c'est l'aide que nous portons à Dieu pour que Dieu
puisse venir vers nous et nous parler.

De stilte: dat is onze bijdrage in ons gesprek met God, opdat Hij zelf
aldus tot ons mag komen, en tot ons moge spreken.

Das wichtigste im Leben ist: das Du schweïgest
und IHM sprechen lasst. (Dag Hammerskjöld)

'Luister Israël'! Dit is het allereerste goddelijk

voorschrift dat aan alle godswoorden vooraf gaat.