Zoals ik eerder schreef, zijn er op het eiland Límnos heel wat dorpen met een oude Athosrelatie. I.M. Megístis Lávras was er trots op dat het één derde deel van het eiland in bezit had. Verscheidene streken of dorpen worden ook reeds in de veertiende of vijftiende eeuw in kloosterdocumenten genoemd. Daarom wil ik aan die relatie graag nog één keer aandacht besteden.
Op de eerste plaats noem ik de oude hoofd'stad' Moúdros. Het dorp wordt voor de eerste keer genoemd in 1355, als keizer Johannes V Paleológos het klooster van Moúdros (metóchi) overdraagt aan I.M. Vatopedíou. Dat klooster heeft waarschijnlijk niet gestaan op de plek van de huidige Evangelístriakerk (1903, foto). Daar stond een jonger klooster, gewijd aan de Heilige Marína, metóchi van I.M. Koutloumousíou. Ter plaatse is echter niets meer te zien dat aan Athos doet denken. Alleen de grond...
Het klooster van de Heilige Marína vond onder de Tourkokratía een tragisch einde, toen de Osmanen (Turken) het als wraak in brand staken, omdat ze in een bron van het klooster een aantal gedode officieren hadden gevonden. Zeven monniken verloren bij de brand het leven.
Slechts twee monniken wisten te ontkomen en naar de 'Agion 'Oros te vluchten. Aan de igoúmenos (Grieks: ηγούμενος) van I.M Koutloumousíou (Foto Vasílis, mei 2013) vertelden ze, dat de omwonenden van de metóchi de Turken hadden gedood. Ze wilden de monniken in een kwaad daglicht zetten, het klooster laten opheffen en zijn bezittingen verwerven. De abt sprak daarop de vloek uit, dat de inwoners van Moúdros nooit meer zouden slapen. Eerst in 2001 werd ze opgeheven.
Over deze gebeurtenis las ik in The Telegraph van 25 augustus 2001, onder de kop Griekse monniken heffen vloek van slapeloosheid op op eiland, een klein verslag: een delegatie van I.M. Koutloumousíou, de abt en vier monniken, waren in het dorp aanwezig voor een drie dagen durend opheffingsritueel. Honderden inwoners en toeristen ontvingen de monniken hartelijk. Wij willen dat deze vloek wordt opgeheven, zei één van de dorpelingen, het is niet onze schuld maar die van onze voorvaders.
Sinds Osmaanse troepen bijna al hun medebroeders als vergelding hadden gedood, hebben de monniken van I.M. Koutloumousíou de vloek gedurende minstens honderd jaar, op 23 augustus, gezongen.
(Foto Vasílis, I.M. Koutloumousíou, trápeza, mei 2013)
Zie ook: 260 - Agion Oros en Límnos: zonsondergang deel 1/2
261 - Agion Oros en Límnos: zonsondergang deel 2/2
262 - Het kerkje Panagía Kakaviótissa
264 - Athos-ikonen in Propoúli, eiland Limnos deel 1/3
265 - Athos-ikonen in Propoúli, eiland Limnos deel 2/3
266 - Athos-ikonen in Propoúli, eiland Limnos deel 3/3