Woord vooraf

Een blog over de Agion Oros (Athos), de Tuin van de Moeder Gods, het spirituele centrum van het oosters-orthodoxe christendom.
En dus ook over kloosters, pelgrimeren en ikonen. (Tekst in geel bevat een link)
Wilt u op de hoogte blijven van nieuwe blogs? Abonneer u onderaan deze pagina.

dinsdag 2 augustus 2011

42 - EEN VLAMING OP DE HEILIGE BERG ATHOS (1)

De Vlaming Ludo Linden vertrok op zaterdag 2 april vanuit Hechtel (België) voor een lange fietstocht naar Nieuw-Zeeland. Daarmee begon hij aan de verwezenlijking van een jongensdroom. Een paar weken geleden bezocht hij op zijn route door Griekenland de Heilige Berg Athos. Over zijn ervaringen met die voor hem geheel onbekende Grieks-orthodoxe wereld schreef hij op zijn weblog een gevoelvol verslag dat ik hieronder (in drie delen) mag weergeven:

Mount Athos: mijn verhaal mijn zoektocht naar..... 
Mount Athos: mijn verhaal mijn zoektocht naar nieuwe ervaringen en antwoorden. Na een omzwerving van bijna 1000 km en 3 weken doorheen Griekenland arriveer ik op maandag 4 juli in het havenplaatsje Ouranoupoli. De vertrekplaats naar de Holy Mount Athos (Heilige Berg Athos). Het bolwerk van de Orthodoxen, de in het zwart geklede monniken met hun lange baarden en de haren in een staartje dragend.


Het wordt een ontdekkingstocht en een kennismaking met een ander geloof een andere manier van leven. Al die tijd heb ik er naar uitgekeken en op 7 juli 2011 is het zover, dan mag ik als gelukkige Belg voet op deze heilige bodem zetten. Wat ik verwachten kan weet ik niet, wat me te wachten staat weet ik niet, ga ik het overleven weet ik evenmin? Eén ding weet ik wel, ik werd al die tijd als een magneet aangetrokken tot deze heilige plaats.

Wat vooraf ging:
Op 20 april ontmoet ik Torsten Bergman en zijn familie in Naturns-Oostenrijk op een camping. Hij vertelt me over Griekenland en over zijn ervaringen in Athos. Ik voel me onmiddellijk aangetrokken tot deze plaats. Tijdens de overtocht met de ferrie op 14 juni van Bari-Italië naar Patras-Griekenland leer ik een heel bijzonder man kennen, Emanuele Argento. Hij is een Italiaanse dansleraar die reeds 9 jaar in Athene woont. Het lot besliste dat zijn pas gestarte wereldreis hem al die tijd in Athene deed blijven. Honderd uit vertelt hij over zijn wondermooie Griekenland en over de bijzondere plaats Athos.

Mijn route doorheen Griekenland krijgt tijdens dit gesprek vorm, de richting wordt gaandeweg bijgestuurd. Uiteindelijk volg ik onder beschreven weg in grote lijnen. Patras-Athene-Volos-Thessaloniki-Ouranoupolis-Athos-Kavala-Chios (eiland). Op 27 juni vraag ik telefonisch een verblijfsvergunning aan in Thessaloniki. Ik krijg de toestemming om op 7 juli Athos te bezoeken en er te verblijven voor 3 nachten.

Maandag 4 juli fiets ik rond 17.30 uur met pak en zak doorheen het havenplaatsje Ouranoupoli. Mijn eerste indrukken zijn overweldigend. Prachtige natuur, prachtige baaien, kleine eilandjes aan de overzijde, te veel chique hotels. Stop even om te vragen wat een kamer kost, 20 euro meneer wilt u ze even zien? Informeer of ik mijn fiets kan achterlaten tijdens mijn verblijf op Athos, ja dat kan meneer. Dank u mevrouw ik houd dit nog even in beraad.

Zwaar beladen fiets ik verder door de smalle boulevard aan de zee. Snuif er de heerlijke geuren op van de vers bereide gerechten van de vele eetgelegenheden. Breed lachend en vriendelijk knikkend naar de Griekse diensters hoop ik dat ze me al fietsend een souvlaki (heerlijk gegrild vlees op een stokje) tussen de tanden door schuiven.


Ik fiets verder door, aangekomen op de camping wordt ik verwelkomd door de mooie vriendelijke Kali. Ze studeert Russische geschiedenis en iets over oudheid wat mijn petje te boven gaat. Gelukkig zie ik er uit als een oude Rus weliswaar zonder walreus snor, het klikt onmiddellijk tussen ons.

De dag nadien fiets ik naar the Mount Athos office in Ouranoupoli om even te checken hoe blij men is met mijn komst. Maar meneer toch, het is niet omdat u toestemming hebt gekregen van het hoofdkantoor in Thessaloniki dat u zomaar naar Mount Athos kan afreizen. Shit (sorry moeder voor deze vloek) dit kan toch niet waar zijn? Je moet een persoonlijke uitnodiging hebben van de monasteries (kloosters)???!!! Hier is een lijst van de 20 kloosters met de telefoonnummers, kom nadien nog maar eens terug. Euh meneer ik spreek wel geen orthodox???!!!

Gelukkig heb ik nog twee dagen de tijd om dit in orde te brengen. Op de camping aangekomen sla ik mijn netbook open en ga naarstig op zoek naar de geschiedenis van de 20 kloosters op Athos. Maak mijn keuze van drie te bezoeken kloosters, bel ze alle drie op om te informeren of ze een bed hebben voor een nacht. Geen van de drie heeft plaats, dat ziet er niet goed, no panick er zijn er nog 17 te gaan. Met Kali aan mijn zijde moet dat lukken. Indien ze geen Engels spreken weet ze me te vertellen geef de hoorn dan aan mij en neem ik het over in het Grieks. Na een halve dag telefoneren krijg ik de toestemming om voor één nacht in volgende monasteries te verblijven:



Megistis Lavras:
Het oudste en eerste klooster gesticht in 963 na Christus gelegen op een hoogte van 160 meter. In de 11de eeuw leefde er 700 monniken. In de 14de eeuw hadden de kloosters erg te kampen met piraten die trachten de relikwieën te veroveren.

Skiti Agias Annis:
Is eigenlijk geen klooster maar een heel klein dorpje met enkele kleine kerkjes. De huisjes liggen versrpeid tegen de berghelling. Het is
gelegen tussen Agiou Pavlou en Cape Pines in het zuid-westen van het schiereiland.

Dionisíou:
Dit klooster werd ontdekt door de heilige Denys de Korisos in de 14de eeuw. De geschriften die hij er terug vond dateren van de 11de eeuw.

Donderdagmorgen 8.00 uur, laat ik Eva mijn Santos travelmaster achter in de receptie van de camping. Neem de bus en vervolgens de ferrie voor een vaart van twee uur naar de harbour (haven) van Dafni. Geniet onderweg van onbeschrijflijke mooie verzichten. Drink een heerlijke café frappé (koude koffie).

Leer een Duitse pelgrim kennen. Angsten kent deze jongeman niet, als God beslist dat mijn tijd gekomen is om naar het hiernamaals te reizen kan ik daar toch niets aan veranderen. Waarom zou ik dan ergens schrik van moeten hebben???!!!

Op de ferrie ter hoogte van het eerste klooster wil ik mijn familie nog even een sms sturen. Ik zie dat mijn gsm uitgevallen is, raar is dit want de batterij is pas opgeladen. In Dafni aangekomen neem ik de bus voor een één uur durende tocht doorheen de bergen over onverharde wegen naar Karies het hoofdplaatsje van Mount Athos.
  
Heen en weer schuddend, de mystieke monniken observerend, fantaserend wat er me te wachten staat, geniet ik van nog de nog ongerepte natuur en mijn nieuwe ontdekkingstocht.
In Karies doe ik wat inkopen voor de dagen die nog gaan komen. Mijn gevoel zegt me ondanks dat je te eten krijgt in de kloosters het beter is om wat mondvoorraad mee te nemen. Ik stap in de bus om wederom een één durende bustocht doorheen de bergen van Karies naar Megistis Lavras naar het eerste monasterie aan te vangen.

Mijn aandacht gaat uit naar een jonge man met spastische trekken die om het kwartier wederkeren voor een tiental minuten???!!! Mensen weten niet hoe ze dit moeten benaderen, sommige kijken argwanend, andere zakken wat dieper weg in hun veilige zetel. Zijn Kung Fu-achtige(=een gevechtssport) bewegingen maken sommige van de passagiers een beetje angstig. Ik ondersteun de man energetisch gedurende de reis……het is het enigste wat ik kan doen. De man zelf zit er ook verveeld mee, en probeert het te verbergen door natuurlijke bewegingen te maken.
Aangekomen in het klooster van Lavras valt me de bek open van verwondering. Ik kom drie fototoestellen te kort om alles op beeld vast gelegd te krijgen. Samen met de andere visitors (bezoekers) begeef ik me naar de ontvangstplaats. Een heerlijk glas ijskoud water, één glaasje tsipouro (= soort van Ouzo, Griekse sterke drank), één typische Griekse zoetigheid en een Griekse koffie staan ons te wachten alsook de verwelkoming door een monnik.


De jonge man van voordien spreekt mij als enige even aan? We worden begeleid naar onze slaapvertrekken. De Grieken bij de Grieken en de buitenlanders bij de ‘vreemdelingen’. Uit de vele bedden op de grote slaapzaal van het gastenverblijf kies ik mijn stek voor deze nacht uit. We zijn een viertal uur vrij om het klooster te verkennen voor dat de avondmis in de kerk van het monasterie aanvangt. Wat onwennig start ik mijn ontdekkingstocht doorheen het klooster. Ik kruis het pad van de jonge man van weleer.

Hij begint honderd uit te vertellen, ik vraag naar zijn naam en we stellen ons voor aan elkaar. Wegens zijn te moeilijke naam weet ik niet meer hoe hij heet.  Hij is in dit klooster zeven jaar geleden opgeleid geweest als gids door een monnik. Het belooft een fantastische avond te worden onder ons twee. Mijn vriend vertelt me over de geschiedenis van het klooster, laat me plaatsen zien die je anders nooit te zien krijgt. Zijn spastische aanvallen keren met regelmatige tijdstippen terug, zich schamend houdt hij zich telkens voor een tiental minuten afzijdig. Ik respecteer zijn privacy, op afstand ondersteun ik hem energetisch. Gaande weg valt zijn schaamte weg, ik merk op dat hij zich meer en meer op zijn gemak begint te voelen bij mij. Dit is voor mij geen toeval meer, bewust of onbewust voelt hij de energetische healing (genezing/ondersteuning).

17.30 uur tijd voor de avonddienst in de kerk van het klooster. Dit is voor mij een heel spannend moment, totaal niet wetend wat me te beurt gaat vallen. Mijn vriend gaat me voor en legt bij het naar binnengaan uit wat er gaat gebeuren. Ik sta aan de grond genageld bij het zien van de prachtige kerk met zijn relikwieën, muur- en plafondschilderingen. In tegenstelling tot onze grote kerken die meestal bestaan uit één grote ruimte, bestaat deze kerk uit meerdere kleine ruimten met half ronde daken. In de kerk zelf staan aan de zijkanten hoge houten stoelen met een hoogte van ongeveer 1.50 meter. Je gaat of tussen de hoge armleuningen staan of zitten. Als je gaat zitten kan je je zit in twee positites plaatsen, amaai wat een luxe.

Waarom leg ik dit zo uit, het is verboden om in de kerk foto’s te nemen. Gedurende de dienst lopen de monniken en de gelovigen heen en weer. Ze kussen van links naar rechts en van voor naar achter allerhande relikwieën en muurschilderingen. Zoals de beeltenis van Jezus Christus, Moeder Maria, de Zwarte Madonna, de Apostelen en ik weet niet wie nog allemaal. Het is een spektakel op zich, maar het gaat er wel zeer sereen aan toe.

Op een gegeven moment vraagt een monnik die naast me zit welk geloof ik beleid. Als ik zeg dat ik Christen of Katholiek ben stuurt hij me streng weg naar een andere plaats, de plaats der ‘ketters’ denk ik. Als mijn vriend terug is van zijn rondje beelden kussen, doet hij teken dat ik hem moet volgen. We begeven ons naar het voorste gedeelte van de kerk wat verboden terrein is voor ongelovige of ‘ketters’ zoals ik. Of om het iets meer eerbiedwaardig te zeggen voor niet-Orthodoxen. Hij vraagt aan de aanwezige monnik de toestemming of ik me mag begeven in dit gedeelte van de kerk. Goed gemutst geeft de monnik zijn toestemming, ze dragen namelijk altijd een zwarte hoofd dekstel of klak genoemd bij ons in de volksmond.
Bij het betreden van dit gedeelte van de kerk word ik klein zeer klein. Ik voel me heel nederig bij het aanschouwen van deze grootsheid. De energie die er heerst raast me door het lijf, de tranen springen me in de ogen. Ik ben heel dankbaar dat ik dit mag meemaken, het is een ongelooflijke ervaring. Na de dienst gaan de monniken voor, bij het naar buiten gaan. Ze begeven zich naar de ‘eetzaal’ gevolgd door de pelgrims waar ik ook toe behoor. Wederom val ik in verwondering, zo’n eetgelegenheid heb ik nog nooit gezien. Alle muren en plafonds zijn beschilderd door zeer oude muurschilderingen.

De monniken nemen eerst plaats aan een heel lange tafel. De pelgrims nemen plaats aan enkele andere lange tafels.Een monnik begint voor te lezen, nee het is geen sprookje dat hij voorleest bij het naar bed gaan. Iedereen begint te eten ja zelfs snel te eten. Ik denk in mijn eigen, zouden die mensen nog moeten gaan hooien dat ze zo gepresseerd zijn. Ik eet op mijn gemak, al snel kom ik te weten waarom iedereen zo snel eet. Wanneer de monnik zijn preek beëindigd, is iedereen  verplicht te stoppen met eten.

Het is niet zoals bij ons thuis vroeger dat we ons bord moesten leeg eten voordat we van tafel mochten gaan. Mijn vader en moeder waren daar nogal streng in, een kwestie om ons goed op te voeden werd ons wijs gemaakt. Als moeder witloof had gemaakt, wat ik als kind absoluut niet door de keel kreeg, propte ik mijn mond helemaal vol met deze bittere zooi. Ging zo gezegd onder het mom naar de wc, spuugde buiten alles uit over de platen heen. Gelukkig woonde de buren, mijn neef Rudi en zijn vrouw Lisette, er toen nog niet. Maar door mijn toedoen, door jarenlang aan bemesting te doen, is het gras nergens zo groen als bij hen.

Na het avondmaal laat mijn begeleider me een zeer oude muurschildering van Jezus zien daterend van het jaar 1100 na Christus. Het bijzondere hieraan is dat één of andere veroveraar drie geweerschoten heeft afgevuurd op deze muurschildering. Bij het derde schot zou dit weerkaatst zijn en hem zelf getroffen en gedood hebben.

's Avonds voor het sluiten van de poorten ontmoet iedereen elkaar buiten de muren in de verkoeling van het monasterie. Het is een gezellig samenzijn. 's Morgens om 4.15 uur is het tijd voor de nachtdienst, ik hoor echter de klokken niet luiden en slaap mijn roes uit.
Om zeven uur in de morgen vertrekt de bus en verlaat ik het klooster Lavras. Mijn vriend blijft nog enkele dagen in het klooster. Op de bus naar de hoofdplaats Karies leer ik mijn kamergenoot een man uit Cyprus kennen.

Aangekomen in Karies nodig ik hem uit om een koffie te drinken in de enigste gelegenheid die deze plaats rijk is. Hij heeft er een kamer gehuurd en verblijft er al een hele tijd. Hij weet me te vertellen dat je hier een kamer kan huren aan 50 euro voor een maand, dat is nog eens goed koop wonen.

Gedurende zijn verblijf is hij een vriend-monnik uit Cyprus gaan opzoeken. De monnik leeft sinds het jaar 1947 ergens hoog in de bergen heel afgezonderd. Al die tijd heeft hij geen vrouw meer gezien???!!! Er leven veel van deze monniken ergens hoog in de bergen, ze doen niets anders dan bidden en mediteren. Deze monniken worden bevoorraad per ezel en leven op water en brood. Alles wordt betaald door de monasteries waartoe deze monniken horen. Als deze monniken sterven worden de beenderen uit het dode lichaam verwijderd en opgebaard, het lichaam zelf wordt begraven. Na de dood van deze monniken zijn het heiligen weet mijn vriend uit Cyprus me te vertellen.

We vertellen elk ons levensverhaal aan elkaar, de man heeft geen gemakkelijk leven. Hij heeft de wereld al afgereisd op zoek naar werk, echter door zijn donkere huidskleur is dit een moeilijke opdracht. Allerhande korte opdrachten waren het steeds, geld heeft hij praktisch niet. Hij kan wel terug vallen op zijn ouders, zij hebben hem al gesmeekt om terug naar huis te komen, zij willen zijn ticket betalen. Zelfs daarvoor heeft hij geen geld, als je weet dat Cyprus en Griekenland dicht bij elkaar liggen en een ticket niet meer dan enkele honderden euro’s kost, weet je dat hij het niet breed heeft. Hij vertelt me geen werk hebben, geen geld hebben, niet meetellen in de maatschappij is mentaal heel erg zwaar.

Ik voel me rot, ik voel me slecht bij het aanhoren van zijn verhaal. Ik heb het geluk om in het westen in een goed nest geboren te zijn. Ik heb het geluk om geen bruine huidskleur te hebben. Ik kan het me permitteren om per fiets de wereld gaan te verkennen. Tevens ben ik dankbaar en besef ik goed wat een bevoorrecht iemand dat ik ben. Hij weet niet wat hij moet doen, terug naar huis gaan of verder op zoek gaan naar werk dat er niet is voor hem.

Om 10.00 uur nemen we samen de bus terug naar de havenplaats Dafni. Hij heeft na ons gesprek, na ons samenzijn besloten om terug naar huis te keren. In Dafni nemen we afscheid van elkaar, het wordt een heel intens afscheid. We kijken elkaar diep in de ogen, ik wens hem het allerbeste toe, ik spreek hem toe vanuit mijn hart. Ongelooflijk wat voor een krachtige energie er tussen ons beiden heen en weer gaat. Voor de eerste keer tijdens mijn reis heb ik echt het gevoel dat ik iets heb kunnen doen voor iemand.

Rond 12.45 uur neem ik ferrie in Dafni naar Skiti Agias Annis. Je hebt steeds de keus tussen om twee soorten ferries te nemen de snelle en de minder snelle. De minder snelle kost maar enkele euro’s en de snelle ferrie is een heel stuk duurder. Aangekomen in de haven van bestemming heb je twee mogelijkheden om je naar het hoger gelegen klooster te begeven:
1. Per ezel voor de prijs van 10 euro/persoon en 3 euro voor de bagage.
2. Te voet via de aangelegde trappen.

                                                                                                                                Wordt vervolgd