Op een kaart uit 1588 is de nauwe band tussen Limnos en Athos cartografisch wel iets te nauw weergegeven. Het is bijna symbolisch, want de lokale bevolking lijkt van de relatie toch wel de vruchten te hebben geplukt, zo valt uit kloosterdocumenten af te leiden.
In de Osmaanse tijd (vanaf 1479) behielden de kloosters aanvankelijk hun bezittingen, maar in de negentiende eeuw zijn velen hun metóchia met landerijen toch kwijt geraakt. In 1924 werd veel grond onteigend en verdeeld onder de vluchtelingen uit Klein-Azië (Turkije).
Het kerkje van de Panagía Trígi werd, evenals de ikonen, niet onteigend en bleef eigendom van I.M. Símonos Pétras. Het is het enige overblijfsel van het metóchi Trígi. Van het oorsronkelijke kerkje is, zoals gezegd, niets meer over. In de moderne plaatsvervanger zien we drie oude ikonen.
Vanaf de linkerkant: de Moeder Gods Odigítria, bijgenaamd Panagía tis Trígis (Παναγία της Τρύγης), Christus Pantokrator en de Ontslaping van de Moeder Gods.
Zie ook: Athos-ikonen in Propoúli, deel 1
Bron Kaart: Athosmaplibrary
Foto's Vasílis