Woord vooraf

Een blog over de Agion Oros (Athos), de Tuin van de Moeder Gods, het spirituele centrum van het oosters-orthodoxe christendom.
En dus ook over kloosters, pelgrimeren en ikonen. (Tekst in geel bevat een link)
Wilt u op de hoogte blijven van nieuwe blogs? Abonneer u onderaan deze pagina.

maandag 15 september 2014

387 - TERIE LEIJS: EEN WANDELAAR OP DE AGION OROS, DEEL 4/7

Op het pad naar het Russisch klooster zien we een simpel bord, we passeren de grens en zijn op het territorium van het klooster. We lopen langs verschillende nieuwe gebouwen en bereiken het hoofdgebouw. Rond het centrale deel van het klooster staat een stenen wal. Via een poort bereiken we het hoofdgebouw. Op de muren prijken enkele mozaïeken zoals van Maria en Jezus.

Het grote gebouw heeft zeven verdiepingen. De gestuukte muren in blauwgroene pastel kleur  zijn voorzien van talloze ramen, die in rijen met mathematische precisie zijn geplaatst. We vinden de ingang van een groot gastengebouw met zes verdiepingen.  De guestmaster laat lang op zich wachten. We kunnen hem ook niet opsporen.

Michael en ik hebben bij elkaar een behoorlijk arsenaal met vreemde talen. Roemeense landgenoten, monniken en werklui, maken een praatje met Michael en geven hem nuttige tips. Deze contacten zijn spontaan en erg hartelijk.



In een ontvangstzaal staat raki, koffie en voedsel klaar voor pelgrims. Een groepje Russische en Oekraïense pelgrims zijn hier al wat langer en komen een glaasje raki drinken. We begroeten elkaar en er heerst, ondanks de taalproblemen, een kameraadschappelijke oude jongenssfeer.

Iwan, een Russische monnik, heft een glas raki omhoog en roept met een jolig ondeugend gezicht ‘Schnaps!’ Ik trek een gezicht, alsof ik gruwel van dit bocht. Een Russische soldaat ziet mijn foto’s van de brandweer en roept trots dat hij, Kameradski, ook bij de brandweer zit. Hij rukt zijn militaire badge van zijn mouw en schenkt deze aan mij. We hebben samen plezier.


Een Russisch-orthodoxe pelgrim spreekt Engels en vraagt me op denigrerende toon, wat ik hier zoek. Hij straalt een fanatieke gedrevenheid uit. Hij heeft zich verdiept in allerlei godsdiensten zoals het Boeddhisme. Tijdens zijn zoektocht naar de ware godsdienst is hij zelfs in verlaten onherbergzame gebieden geweest en heeft daar zware beproevingen doorstaan. Na deze zoektocht heeft hij de Orthodoxie gevonden, de enige ware godsdienst. Hij vertelt dit alsof hij geslaagd is voor zijn commando-opleiding.

De volhardende manier waarmee Michael de Orthodoxie uitlegt over de van twijfel gespeende lessen van monnik Spiridon geven me het gevoel dat ik in een verkeerd supportersvak zit. Dit is een godsdienst van zekerheden, een godsdienst die twijfel en dialoog vermijdt. Dankzij Michael, die me in elk moment de orthodoxe verkeersregels uitlegt, val ik in de kloosters minder uit de toon.


Half zeven is er een kerkdienst. Monniken in zwarte pijen en pelgrims schuifelen de kerk binnen. Daar beland ik in een halfduistere ruimte met blinkend goud en iconen. Bezoekers, monniken en priesters buigen en drukken eerbiedig het voorhoofd tegen het glas en kussen de iconen. Sommigen leggen een bosje kaarsen neer. De geelbruine waskaarsen worden tijdens de ceremonie aangestoken.

De priestervoorzanger zingt ritmisch een lange rij namen van heiligen. Links van mij in een nis en in een nis ertegenover staat een groepje monniken. De linker zanggroep valt in na de solo van de celebrant. Een warme donkere harmonie van stemmen golft door de kerk. In de bronzende akkoorden kleurt de lage bas de bovenstem van de sopraan. De groep rechts valt in nadat eerst een monnik zacht de begintoon aangeeft.

De celebrant draagt een rijk bewerkte roomwitte mijter. De priester schrijdt met een wierookvat door de kerk en bewierookt de kerkgangers.

De kloosterkerk bestaat uit meerdere ruimtes, de voorhal, een tussenhal, een centrale ruimte en een achtergedeelte. De centrale ruimte is de ceremoniële ruimte waar zang, licht, gebed, ikonen, priesters in zwarte gewaden bidden. Monniken en pelgrims lopen tot bij de ikonen, buigen en slaan kruisen. Sommigen knielen en schuiven voorover, het lichaam plat op de grond, en komen overeind en kussen de ikoon.

De ceremonie duurt ongeveer twee uur. De monniken verlaten na afloop in een lange rij de kerk met de celebrant voorop. Met naast hem twee monniken dragen ze een kelk en een gouden kruis. Alle bezoekers volgen de monniken. De eetzaal is een grote hal met rijk beschilderde wanden en plafonds. Het gezang van de monniken galmt door de ruimte. 

Zie ook: 381 - TERIE LEIJS: EEN WANDELAAR OP DE AGION OROS, DEEL 1/7
              383 - TERIE LEIJS: EEN WANDELAAR OP DE AGION OROS, DEEL 2/7
              385 - TERIE LEIJS: EEN WANDELAAR OP DE AGION OROS, DEEL 3/7